Artikelen

Artikel ontspanningstherapie en verbeelding: inzichtgevend werken met ontspanning en verbeelding

Inzichtgevend werken met ontspanning en verbeelding

Dit praktijkgerichte artikel heeft tot doel om iedereen die werkt of wil gaan werken met ontspanning of verbeelding, aan te moedigen dit meer inzichtgevend te gaan gebruiken, daar waar mogelijk. Eerst zal er een korte verkenning zijn van de begrippen ontspanning en verbeelding. Daarna wordt er een beeld geschetst van de verschillende mogelijkheden om inzichtgevend te werken met ontspanning en verbeelding. Deze verschillende mogelijkheden zullen verduidelijkt worden aan de hand van praktijkvoorbeelden. 

Inleiding

Innerlijke verbeelding, al dan niet in combinatie met ontspanning, kan gebruikt worden om dieper te ervaren wat er leeft en welke onderliggende mechanismen en behoeften er spelen. Sommige therapeuten werken naast ontspanning soms ook met geleide fantasie. Meestal heeft dit alleen (lichamelijke) ontspanning tot doel. Er is echter zoveel meer mogelijk met ontspanning en verbeelding. Over één aspect daavan, het inzichtgevend werken met ontspanning en verbeelding, gaat dit artikel.
Het ligt in de bedoeling om in een volgend artikel enkele methoden van verbeelding uit te diepen en theoretische te onderbouwen. Er zal in dit artikel vooral op de praktijk worden ingegaan, opdat de lezer zich een breed beeld kan vormen hoe met ontspanning en verbeelding inzichtgevend gewerkt kan worden. De begrippen verbeelding, ontspanning en ontspanningstherapie worden eerst verkend voordat er naar de praktijk wordt gegaan. In het praktijkgedeelte van dit artikel zullen vijf verschillende manieren om inzichtgevend te werken behandeld worden, waaronder verbeelding. Deze verbeelding kan vervolgens op verschillende manieren gebruikt worden, waarvan er in dit artikel vier manieren behandeld worden. Omwille van de lengte van het artikel zal de focus liggen op het vormen van een globaal beeld van de praktische mogelijkheden.

Wat is verbeelding en wat kun je er mee

In plaats van verbeelding worden ook wel de termen visualisatie en imaginatie gebruikt. Ze zijn niet helemaal hetzelfde. Met de term visualisatie wordt het maken van een voorstelling in je hoofd bedoeld en dit kan een essentieel onderdeel van het leerproces zijn. Denk hierbij aan het woord ‘voorbeeld’ of aan het bekende praatje-plaatje-daadje: er wordt eerst verteld wat de bedoeling is, daarna wordt het getoond, wat zorgt voor verduidelijking en integratie, en daarna kan men het zelf gaan doen. Dit principe wordt veel gebruikt in sport en bij presentaties.
Veel mensen leren iets nieuws makkelijker via beelden aan, doch niet iedereen. Er zijn ook mensen die auditief leren. De termen verbeelding en imaginatie worden over het algemeen breder gebruikt dan alleen voor het zien van beelden, ook horen, voelen, ruiken en proeven vallen er onder. Je kunt bijvoorbeeld in je verbeelding een citroen proeven. In dit artikel wordt de term verbeelding in deze brede betekenis gebruikt.
Het gebruik van verbeelding heeft invloed op het lichaam. Verbeelding wordt bijvoorbeeld in de topsport gebruikt om prestaties te verbeteren en om in een gedwongen rustperiode toch te trainen. Ook wordt het in de geneeskunde gebruikt. Als voorbeeld kan een onderzoek genoemd worden naar de invloed van verbeelding op herstel na een elleboog-fractuur. De patiënten stelden zich dagelijks voor dat ze hun arm bogen naar de gebruikelijke stand, ook al zaten ze in het gips. De fracturen waren in zowel de verbeeldingsgroep als de controlegroep gelijk geheeld, maar de verbeeldingsgroep had minder afname van spiermassa door de immobilisatie, de spiermassa nam sneller toe nadat het gips was verwijderd en men kon eerder zijn arm weer volledig buigen (Rompu, 2010).
Wat voor vaktherapie belangrijk is, is dat de beelden die iemand heeft,  invloed hebben op het voelen, denken en handelen. Bijvoorbeeld, als je denkt aan het strand, kun je beelden voor je zien van een lekker rustig en aangenaam warm strand waar je jezelf al lekker relaxed ziet liggen. Dit kan je een goed gevoel bij het strand geven en misschien besluit je binnenkort eens naar het strand te gaan. Als je denkt aan het strand en je ziet beelden voor je van lange files en overvolle verhitte stranden of je ziet beelden van dikke jassen en gure zandstormen, dan zul je er niet snel heen gaan. Het beeld dat je van het strand hebt, beïnvloedt je gevoel over het strand, wat je denkt over het strand, of je er al dan niet heen zult gaan en bijvoorbeeld ook wat je mee zult nemen.
Door met interne beelden te werken binnen therapie, stel je mensen in staat pijn uit het verleden een plaats te geven, oude patronen te veranderen en nieuwe wegen in te slaan. In dit artikel zullen daarvan een aantal voorbeelden genoemd worden. Ook kan verbeelding mensen helpen anders met situaties om te gaan. Als voorbeeld kan een onderzoek genoemd worden bij  patiënten die chemotherapie kregen voor borstkanker. Spierontspanningsoefeningen en geleide visualisaties verminderden depressiviteit, opstandigheid en de angst voor chemotherapie. De kwaliteit van leven was aantoonbaar verbeterd en braken en misselijkheid kwamen minder vaak voor dan in de controlegroep (Yoo et al., 2002).

Wat is ontspanning en ontspanningstherapie

Bij de term ontspanning kunnen de meeste mensen zich wel een beeld vormen. Ontspanning is simpel gezegd het tot rust komen van lichaam en geest. Bij een ontspanningsoefening wordt de aandacht gevestigd op het lichaam om dit te bereiken en meestal wordt daarbij aandacht besteed aan elk deel van het lichaam. Uit vele onderzoeken blijkt het gunstige effect van spierontspanningsoefeningen, onder anderen wat betreft angst en stress (Dixhoorn, 2005), psychiatrische symptomen (Vancampfort et al., 2011, Vandereycken, 2002) en slapeloosheid  (Morin, 1999, Verbeek, 2010).
Ontspanning kan ook ten dienste van inzichtgevende werkwijzen gebruikt worden. In de praktijk blijkt dat als iemand ontspannen is, diegene sneller bij zijn gevoel kan komen en bij wat er werkelijk in hem of haar leeft. Ook blijkt ontspanning er voor te zorgen dat men minder in het denken zit, wat voor sommige werkwijzen een voordeel of zelfs vereiste is.
Ontspanningstherapie is meer dan alleen spierontspanning. Het is een therapievorm waarbij ontspanning een belangrijk terugkerend onderdeel is, maar ontspanning is niet het enige onderdeel. Verbeelding kan een onderdeel zijn, evenals vele andere mogelijkheden. Dit zal worden verduidelijkt aan de hand van de praktijk. Als in dit artikel over ontspanningstherapie wordt gesproken, wordt het geheel aan mogelijkheden bedoeld en niet slechts spierontspanning.

De praktijk

Allereerst wil ik een waarschuwing geven. Vanwege de lengte van het artikel zijn de werkwijzen slechts summier beschreven om de lezer een globale indruk te geven. Alle ins en outs van het praktisch werken met de genoemde werkwijzen kunnen niet weergegeven worden. Daarom lijkt het soms eenvoudiger dan het is. Deze werkwijzen zijn gebaseerd op meer dan 30 jaar ervaring. Ik wil de lezer aanmoedigen om in rustige stappen binnen de grenzen van eigen kennis en kunde zijn mogelijkheden uit te bouwen naar een meer inzichtgevende benadering van ontspanning en verbeelding, daar waar de cliëntenpopulatie er toe uitnodigt en het toelaat.
Ontspanningstherapie zoals ik die geef, wordt gedaan in groepen en heeft de volgende opbouw: introspectie-oefening of andere korte vooroefening, openingsrondje, lichaamsbewustwordingsoefeningen, ontspanning, inzichtgevende of andere therapeutische elementen binnen de ontspanningsoefening, ademoefeningen, inzichtgevende oefening, terugkeer van de intorspectie-oefening, eindrondje.
Niet alle onderdelen zijn altijd aanwezig, de samenstelling van de therapie kan wisselen. Wel altijd aanwezig zijn het openingsrondje, het eindrondje, de ontspanning en de therapeutische elementen binnen de ontspanning. Er wordt veel belang gehecht aan het openingsrondje en daar wordt dan ook veel tijd voor uit getrokken. Binnen het openingsrondje kan psycho-educatie gegeven worden, mensen kunnen op elkaar reageren en er kan het thema van de dag bepaald worden. Vaak is er wel een overkoepelend thema te vinden waarmee gewerkt kan worden en die aansluit bij de individuele doelen en het doel van de groep. Als er aangesloten wordt bij het thema wat er op het moment leeft, blijken de oefeningen in de praktijk het meeste effect te hebben.

Voorbeelden van inzichtgevende werkwijzen

Zoals eerder aangegeven, wordt er in dit artikel ingezoomd op de inzichtgevende mogelijkheden van ontspanningstherapie. Niet alle groepen zijn geschikt om inzichtgevend mee te werken. Het is de taak van de therapeut om daar vanuit zijn vakkennis een goede afweging in de maken.
Er zal hierna een opsomming volgen van enkele manieren om inzichtgevend te werken, met een korte uitleg. De opsomming is niet compleet en slechts bedoeld om de lezer een aantal suggesties aan de hand te doen om zelf meer inzichtgevend te gaan werken met ontspanningstherapie.
- Introspectie
Aan het begin van de therapie kan door middel van een oefening gekeken worden naar innerlijke processen, naar wat er leeft bij iemand en hoe men zich voelt. Aan het eind van de therapie kan hier op terug gekeken worden. Er kan gekeken worden naar verschillen, of het beeld realistisch was, of het in iemands eigen invloedsfeer ligt, wat de gevoelens zijn als het anders is gelopen en of men dit kan accepteren. Een aantal voorbeelden kunnen dit verduidelijken.
Zo kan bijvoorbeeld door stil te staan in het moment, ervaren worden wat er leeft en hoe iemand zich werkelijk voelt. Dat is niet altijd gemakkelijk. Als mensen in het dagelijks leven iets niet willen voelen, zullen ze geneigd zijn voortdurend bezig te zijn. Door even niet door te rennen, maar stil te staan, kan datgene ervaren worden wat ze tot nu toe liever wilden vermijden.
Ook kan er stilgestaan worden bij de processen die bij de deelnemers spelen. Dit kan bekend zijn, of uit het openingsrondje naar voren zijn gekomen. Bijvoorbeeld verwachtingen: iedereen heeft deze wel en vaak zijn ze onbewust. Men heeft een beeld van wat er zal gaan gebeuren. Als de praktijk niet blijkt te kloppen met de verwachtingen, kan dat tot teleurstelling, verwarring, onzekerheid of vertwijfeling leiden. En als de verwachtingen op de persoon zelf  betrekking hadden, kan men kan het gevoel krijgen gefaald te hebben.
Een derde mogelijkheid is het bewust uitspreken van een intentie aan het begin van het therapie-uur. Hierdoor kan een deelnemer een gewoontepatroon doorbreken.

 

Mara heeft reuma en stelt in het dagelijks leven hoge eisen aan zichzelf. Binnen de therapie moet ze van zichzelf alles meedoen, ook al doet het pijn. Ze is zich hier de vorige ontspanningstherapie bewust van geworden. Vandaag neemt Mara zich voor beter naar haar lichaam te luisteren en minder te moeten van zichzelf. Door het zich heel bewust voor te nemen binnen een oefening en uit te spreken in de groep, lukt het Mara inderdaad om milder voor zichzelf te zijn. Ze doet niet alles mee en kan zich beter ontspannen, omdat ze niet zo ingespannen bezig is om te ontspannen. Aan het eind van de therapie wordt opnieuw stilgestaan bij de intentie. Het voelt nog onwennig voor Mara, maar ze is aan de andere kant ook trots op zichzelf.


- Suggestie, autosuggestie en affirmaties
Tijdens een ontspanning zijn mensen ontvankelijker. De therapeut kan suggesties geven of dit doen in de vorm van autosuggesties. Een autosuggestie is een suggestie in de ik-vorm, denk bijvoorbeeld aan de autogene training van Schultz, waarbij de cliënt de suggesties van de therapeut voor zichzelf in gedachten herhaalt: “Ik ben helemaal rustig”. Een suggestie is in de jij-vorm. Een voorbeeld uit de praktijk kan dit verduidelijken.

 

Jan is pas begonnen met de ontspanningstherapie. Nadat elk deel van het lichaam is gevoeld, vraagt de therapeut de groep zich voor te stellen dat de mondhoeken vanzelf een beetje verder uit elkaar gaan. Ook de beide buitenste ooghoeken gaan vanzelf een beetje uit elkaar. De therapeut vervolgt: “Je kijkt vriendelijk en zacht naar jezelf toe. Je mag zijn zoals je bent. Je bent goed zoals je bent. Met vriendelijkheid en genegenheid kijk je naar jezelf”. Het raakt Jan en tranen stromen over zijn wangen. Hij is nog nooit vriendelijk naar zichzelf geweest. Hij is opgevoed met het idee dat je streng moest zijn voor jezelf en ook zijn ouders waren streng naar hem toe. Door de suggesties van brede ogen en mond kreeg hij een glimlach op zijn gezicht, wat een gevoel van zachtheid en vriendelijkheid gaf. Toen daarna die vriendelijkheid naar hemzelf werd gericht, voelde hij hoezeer hij dit altijd had gemist.


Een speciale vorm van (auto)suggestie zijn affirmaties. Affirmaties zijn korte positieve zinnetjes die je bewust voor jezelf herhaalt om een verandering te bewerkstelligen. Voorbeelden zijn: ik luister naar mezelf, ik weet dat mijn lichaam perfect is zoals het is, ik accepteer al mijn gevoelens, ik ben vol zelfvertrouwen, ik mag zijn zoals ik ben. Er zijn kaartensets te koop van affirmatiekaarten en het is de bedoeling dat je blind een kaart trekt. Er wordt vanuit gegaan dat je juist die kaart trekt die nu bij je past. Ik vind die sets niet altijd aansluiten bij de doelgroep waar ik mee werk. Ik heb daarom zelf een set van 240 verschillende affirmaties gemaakt, allemaal in de ik-vorm gesteld (wat niet bij alle kant-en-klare sets het geval is). Het voordeel hiervan is bovendien dat mensen de kaartjes mee naar huis mogen nemen, omdat ik nieuwe bij kan maken. Vaak worden de kaarten als heel waardevol ervaren en worden ze dankbaar in de portemonnaie gestopt of op een andere plek gelegd die men vaak ziet.

- Het lichaam als ingang
Emoties komen tot uiting in het lichaam en kunnen gekend worden via het lichaam, denk aan het gevoel van een dichtgesnoerde keel bij verdriet of de kaken die op elkaar worden geklemd bij boosheid. Door zich bewust te worden van wat er zich afspeelt in het lichaam, kan men zich bewust worden van wat er werkelijk leeft in iemand. Binnen ontspanningstherapie kan aan de deelnemers gevraagd worden op te merken wat er in het lichaam te voelen is, ook in de kleine details. Daarna kan gevraagd worden na te gaan wat dit gevoel te vertellen heeft. Lichaamsbewustwordingsoefeningen kunnen hiertoe bijdragen:

 

Anke is een teruggetrokken getraumatiseerde vrouw. Op een gegeven moment wordt er binnen de ontspanningstherapie met open en gesloten lichaamshoudingen gewerkt, waarbij de aandacht wordt gevestigd op wat de houdingen oproepen. Als Anke een gesloten houding aanneemt, voelt ze zich veilig, beschermd, maar ook wat opgesloten. Ze heeft het gevoel dat ze meer naar buiten wil treden. Ze was zich daar niet van bewust en het verbaast haar. Als er daarna een open lichaamshouding wordt aangenomen, voelt ze zich kwetsbaar en onbeschermd, maar ook hoopvol. In de periode er na gaat ze er mee aan de slag. Als daarna de oefening opnieuw wordt aangeboden, voelt ze zich in de open houding steviger en blij. Het veranderde gevoel in de open houding doet haar beseffen dat ze veranderd is. Het is voor haar een duidelijk teken dat ze op de goede weg is.


- Contact maken met het innerlijke weten
Vaak weten mensen heel goed wat ze willen of wat goed voor ze zou zijn. Er zitten alleen zoveel gedachten omheen die het zicht vertroebelen. Er zijn verschillende manieren om bij het innerlijk weten te komen. Jezelf een vraag stellen en je openstellen voor het antwoord is er één van. Dit antwoord kan komen in de vorm van een eerste ingeving: een gedachte, een gevoel of een beeld dat opwelt. Dit werkt alleen als men niet in het denken zit, want alle mitsen en maren die bedacht kunnen worden vertroebelen het juist. Daarom wordt meestal eerst de aandacht op het lichaam en het voelen gericht.

 

De vrouw van Henk is in een dronken bui vreemdgegaan. Henk tobt al een tijd: moet hij nou scheiden of niet. Het bezorgt hem stress en slapeloze nachten en voedt zijn depressie. Aan de ene kant tobt hij over wat er allemaal bij komt kijken als hij zou kiezen om te gaan scheiden: de financiën, de verkoop van het huis, de kinderen. Aan de andere kant vraagt hij zich af wat zijn vrienden wel van hem zullen denken als hij zou kiezen bij zijn vrouw te blijven. Zou hij niet voor watje uitgemaakt worden? Hij weet niet wat hij moet doen. Binnen de ontspanningstherapie vraagt Henk in ontspannen toestand aan zichzelf wat hij nog voor zijn vrouw voelt en of hij wil scheiden. Een warm gevoel stroomt door zijn borstkas, hij voelt veel liefde voor haar. En hij voelt dat hij haar kan vergeven. Op de vraag aan zichzelf of hij wil scheiden komt er een duidelijk en krachtig antwoord in de vorm van een woord dat naar boven komt: een schreeuwend nee.


- Verbeelding
Zoals gezegd is ook verbeelding een manier om inzichtgevend te werken en hier kan op verschillende manieren gebruik van worden gemaakt. In de volgende paragraaf zullen een aantal voorbeelden genoemd worden.

Voorbeelden van het werken met verbeelding

Enkele manieren om met verbeelding te werken, zijn:
- Concentratie oefening
Men concentreert zich op een bepaald beeld. Dit kan een beeld in gedachten zijn of een beeld dat men met de ogen ziet, bijvoorbeeld een ansichtkaart of schelp. Men kan in de verbeelding iets aan het beeld veranderen of het een eigen leven laten leiden.

 

Jacob is een stoere politieagent. Binnen de therapie wordt gevraagd zich te concentreren op een dennenappel. Hoe ziet het er precies uit, hoe ruikt het, hoe voelt het. Daarna wordt gevraagd de ogen te sluiten en zich de dennenappel voor de geest te halen. Na nog wat tussenoefeningen wordt gevraagd om iets aan het beeld te veranderen danwel om te kijken hoe het vanzelf verandert. De dennenappel van Jacob wordt een groot kussen, wat aanvoelt als een knuffel. Hij heeft het gevoel getroost te mogen worden en voor het eerst bij zijn verdriet te mogen komen. Op het moment dat de opdracht wordt gegeven nog dat te doen wat nodig is en het dan langzaamaan af te ronden, stijgt de knuffel op naar de hemel, naar zijn overleden maat, een collega-politieagent. Voor het eerst kan Jacob zijn pijn en verdriet daarover erkennen, ervaren en delen. Nadat de therapie is afgelopen mag iedereen die wil de dennenappel mee naar huis nemen. Jacob kijkt om zich heen of niemand het ziet en steekt hem snel in zijn broekzak. De weken er na valt er met de stoere Jacob niet meer over zijn verdriet te praten, maar hij draagt wel dag in dag uit zijn knuffel, de dennenappel, bij zich in zijn broekzak.


- Je interne beeld veranderen
Informatie wordt opgeslagen in de vorm van een interne voorstelling. Omdat we informatie die tot ons komt filteren om er niet door overweldigd te worden en omdat we het ijken aan wat we al weten en aan onze waarden en normen, zijn beelden die opgeslagen worden een vervorming van de werkelijkheid. Deze beelden hebben invloed op het denken, voelen en handelen. Veelal zijn we ons niet bewust van de beelden die we hebben. Bewustwording van een beeld en daarna verandering van een beeld zorgt voor veranderingen in het denken, voelen en handelen. Een intern beeld kan een beeld zijn van het heden, maar ook terugvoeren op het verleden of een beeld zijn van toekomstige gebeurtenissen. Het werken met beelden uit het verleden vergt andere technieken dan het werken met het heden en weer andere dan de toekomst. Als voorbeeld wordt een beeld van de toekomst genomen.

 

Hans is een verlegen man. Hij heeft dit weekend een feestje waar hij erg tegenop ziet. Hij ziet zichzelf al aan de kant staan, niemand die iets tegen hem zegt en als hij zelf wat zegt, dan zegt hij vast hele stomme dingen. Hij ervaart veel spanning als hij er aan denkt dat hij er heen moet. De therapeut vraagt Hans zich de toekomstige situatie goed voor te stellen en vraagt daarna wat het ergste is in het beeld dat hij heeft. Het zijn de afkeurende blikken als hij iets zegt. De therapeut vraagt het beeld te veranderen. Hans ziet nu vriendelijke goedkeurende blikken. De spanning is wat gedaald, maar nog niet helemaal weg. Hans past meermalen het beeld aan. Hij ziet zichzelf uiteindelijk gezellig met mensen praten en heeft het in zijn beeld erg naar zijn zin. De dagen voorafgaand aan het feestje is Hans er alert op dat hij geen nieuw negatief beeld van de toekomst creëert. Zonder veel spanning gaat hij naar het feestje toe en hij durft daar met een aantal mensen te spreken.

 
- Via lichaamssensaties
Gewaarwordingen in het lichaam kunnen mensen bewust maken hoe ze zich voelen, waar men behoefte aan heeft en wat er leeft. Een voorafgaande ontspanning kan daarbij soms een noodzakelijke voorwaarde zijn om van het denken naar het voelen te gaan en van daar uit tot de kern te komen. De lichamelijke gewaarwordingen kunnen onderzocht worden en daarna vertaald worden in een beeld. Met dit beeld kan op verschillende manieren gewerkt worden binnen een oefening.
Andersom kunnen beelden ook lichaamssensaties oproepen en ook hier kan mee gewerkt worden. Neem het voorbeeld van Pim:

 

Pim heeft weinig geduld en veel behoefte aan controle. Hij is bezig te accepteren dat niet alles gaat zoals hij zou willen. Op suggestie van de therapeut stelt hij zich voor dat zijn ene been heel zwaar wordt en daarna dat het andere been heel licht wordt. Hij heeft vervolgens het gevoel dat zijn beide benen verschillend aanvoelen en dat hij scheef ligt. Hij heeft moeite deze ongelijkheid en scheefheid te accepteren. Hij wil dat alles weer voelt zoals hij gewend is en wel nu. Tot zijn schrik gaat de therapeut verder met wat anders. Hij vraagt zich af hoe het nou verder moet met zijn benen. Op het moment dat hij zich de suggestie van de therapeut herinnert om het gevoel in de benen te accepteren zoals het is, gaat hij schoorvoetend mee in de rest van de suggesties. Als de therapeut vervolgens na een tijdje vraagt opnieuw op de benen te letten, voelen ze tot zijn verbazing weer gelijk aan en ligt hij niet meer gevoelsmatig scheef. In het nagesprek wordt hem duidelijk dat hij niet overal bovenop hoeft te zitten, maar dingen ook een tijdje op hun beloop kan laten gaan.

 
- Geleide fantasie
Geleide fantasie is een vorm van verbeelding die nog het meest gebruikt wordt binnen ontspanningstherapie door therapeuten, hoewel over het algemeen niet op inzichtgevende wijze. Er worden beelden oproepen die mensen meenemen in een fantasie, vaak wordt men daarbij meegenomen naar een omgeving in de natuur. Een bekend voorbeeld is dat men zich voorstelt dan men aan het strand ligt. Soms worden ook symbolische en archetypische beelden gebruikt, beelden die voor iedereen een bepaalde betekenis hebben, zoals de zon (warmte en licht), een oud wijs persoon of een waterval. Voorafgaand aan een geleide fantasie vindt doorgaans een oefening plaats om het lichaam te ontspannen. Omdat ook de geest mee ontspant, staat men opener voor suggesties en is men minder geneigd met het verstand beelden te willen oproepen, iets wat meestal niet goed lukt.
Als je met geleide fantasie werkt, kun je in grote lijnen sturen. De details vullen mensen zelf in en dat maakt dat het helemaal op hen aan kan sluiten. Als je mensen vraagt hun zorgen op een bootje weg te laten drijven, ziet de ene persoon een gevouwen papieren bootje, terwijl de ander een reusachtige stoomboot ziet. Als je mensen over een pad laat wandelen, ziet de ene persoon een recht breed pad en de ander een smal kronkelig pad. Eenzelfde beeld kan daarbij voor de ene persoon iets heel anders betekenen dan voor de andere persoon. Een smal kronkelig pad kan voelen als geen sturing hebben over het eigen leven, maar ook als knus of verwachtingenwekkend (wat zal er achter die volgende bocht zijn).
Wat men precies ziet, zegt veel over de persoon en hier kan binnen de geleide fantasie de aandacht op gericht worden. Ook kan dit naderhand besproken worden. Als iemand aan de oever van een meer staat, duikt hij dan gelijk het water in of tast hij eerst voorzichtig met de tenen af hoe koud het water is?
Het is belangrijk dat je weet wat de verschillende elementen in de geleide fantasie voor uitwerking kunnen hebben bij diverse mensen en dat je voldoende psychologisch inzicht hebt in de personen waar je mee werkt. Een voorbeeld kan dat duidelijk maken.

 

Een leerlinge heeft geleerd dat mensen hun zorgen en alles wat ze van zichzelf moeten, los kunnen laten door het op een bootje te plaatsen en met de stroom mee te laten wegdrijven. Op een dag komt in het openingsrondje naar voren dat Hanna heel veel lijstjes heeft van alles wat ze nog moet doen van zichzelf en dat ze daar stressgevoelens van krijgt. De leerlinge vraagt in de geleide fantasie de lijstjes op een bootje weg laten drijven. Hanna doet wat gevraagd wordt en laadt haar lijstjes in gedachten op het bootje. Het bootje drijft weg. Maar Hanna wil haar lijstjes eigenlijk helemaal niet kwijt. Ze rent in gedachten achter het bootje aan om het in te halen, maar het lukt niet. Het wordt een nachtmerrie waarin ze steeds harder loopt en het bootje steeds harder wegdrijft. Als de leerlinge had beseft dat Hanna haar lijstjes niet voorgoed los kan laten, had zij een geleide fantasie kunnen gebruiken waarin Hanna er bewust van wordt wat ze wel en wat ze niet wil loslaten of een fantasie waarin duidelijk wordt wat de lijstjes voor Hanna betekenen en hoe ze zich er aan vast houdt.

 
Besluit

Ik hoop dat dit artikel de lezer een goed beeld heeft kunnen geven van de mogelijkheden om ontspanning en verbeelding inzichtgevend in te zetten. Door aan te sluiten bij het thema dat leeft in de groep en af te stemmen op de personen die in de groep zitten en hun problematiek, kunnen ontspanning en verbeelding  tot een krachtig therapeutisch middel worden.
Ik wil de lezer nogmaals meegeven om binnen de eigen kennis, grenzen en mogelijkheden te blijven, opdat er veilig met de cliënt gewerkt wordt. Dit gezegd hebbende hoop ik dat velen die werken met ontspanning en verbeelding of dat willen gaan doen, een stap kunnen zetten naar meer inzichtgevend werken, daar waar de populatie het toelaat, opdat het belang van onze cliënten nog beter kan worden gediend.

Literatuur

- Dixhoorn J van, White AA, Ernst E. (2005). Relaxation therapy for rehabilitation and prevention in ischaemic heart disease: a systematic review and meta-analysis. European journal of cardiovascular prevention and rehabilitation; 12(3):193-202.
- Morin CM, Hauri PJ, Espie CA, Spielman AJ, Buysse DJ, Bootzin RR. (1999). Nonpharmacologic treatment of chronic insomnia. An American Academy of Sleep Medicine review. Sleep;22:1134-56.
- Rompu, Paul van. (2010). Spiegelneuronen in leersituaties. In Lazeron, Nina, & Dinteren, Ria van (Eds). (2010). Brein@work. Wetenschap en toepassing van breinkennis. Houten: Springer Uitgeverij BV.
- Vancampfort, D., M. Probst, J. Knapen, H. Demunter, J. Peuskens, M. De Hert (2011). Lichaamsgerichte werkvormen binnen de psychomotorische therapie voor mensen met schizofrenie: een literatuuronderzoek. Tijdschrift voor psychiatrie; 53(2011)8:531-541.
- Vandereycken, W., & Noordenbos, G. (Red.) (2002). Handboek eetstoornissen. Utrecht: De Tijdstroom.
- Verbeek, I., & van de Laar, M. (2010). Behandeling van langdurige slapeloosheid. In de serie Protocollen voor de GGZ. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Houten.
- Yoo, H.J., Ahn, S.H., Kim, S.B., Kim, W.K., Han, O.S. (2002). Efficacy of progressive muscle relaxation training and guided imagery in reducing chemotherapy side effects in patients with breast cancer and in improving their quality of life.

Naschrift

De namen in dit artikel zijn gefingeerd, de gebeurtenissen in de voorbeelden zijn gebaseerd op daadwerkelijke casussen.

Samenvatting

Dit praktijkgerichte artikel heeft tot doel om iedereen die werkt of wil gaan werken met ontspanning of verbeelding, aan te moedigen dit meer inzichtgevend te gaan gebruiken, binnen de mogelijkheden van de therapeut en de cliënt. Na een korte verkenning van de begrippen ontspanning en verbeelding is er vooral op de praktijk ingegaan, opdat de lezer zich een breed beeld heeft kunnen vormen hoe met ontspanning en verbeelding inzichtgevend gewerkt kan worden.  De verschillende mogelijkheden zijn verduidelijkt aan de hand van praktijkvoorbeelden.

* * *

Terug naar het artikelen-overzicht